JAR 2018/16
Het hof is niet verplicht een voorziening te treffen voor de periode tussen datum ontbinding en datum herstel.
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3241
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05795
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3241, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1203, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑12‑2016
- Wetingang
Art. 7:682 BW
Essentie
Werkneemster is sinds 1978 in dienst bij Meriant. In 2014 en 2015 hebben gesprekken tussen Meriant en werkneemster plaatsgevonden over het functioneren van werkneemster. Dit heeft geleid tot een ‘verbetertraject’. In 2015 is tussen advocaten gesproken over beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Sinda 28 september 2015 is werkneemster niet meer op haar werk verschenen. In november 2015 heeft de gemachtigde van Meriant aan de gemachtigde van werkneemster meegedeeld een ontbindingsverzoek te zullen indienen. In de brief is verder vermeld dat, zonder andersluidend tegenbericht, ervan wordt uitgegaan dat werkneemster onbetaald verlof opneemt. Bij brief van 1 december 2015 heeft Meriant aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.