Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/10.3.2:10.3.2 Financiële aspecten
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/10.3.2
10.3.2 Financiële aspecten
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS502234:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
VAN DEN BERG (diss.), blz. 159-160; POUDRET & BESSON, no. 497, maken op dit punt overigens onderscheid tussen het geval waarin het gebrek aan voldoende middelen ten tijde van de totstandkoming van de arbitrageovereenkomst voorzienbaar was en het geval waarin dit een gevolg van daaropvolgende overmacht is; in het laatste geval willen zij niet uitsluiten dat de overeenkomst tot arbitrage 'inoperative' is in de zin van art. II lid 3 NYC.
Vgl. hiertoe VAN DEN BERG (diss.), blz. 159-160 en REDFERN & HUNTER, 2.183.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een beroep op gebrek aan financiën zal hetzij bij het scheidsgerecht, hetzij bij de gewone rechter aan de orde kunnen komen, al naar gelang de zaak aan arbiters dan wel aan de gewone rechter is voorgelegd (art. 1052 lid 2 Rv respectievelijk art. 1022 lid 1 Rv en art. 1074 lid 1 Rv). Ofschoon een gebrek aan financiën aan de zijde van één van partijen in de praktijk inderdaad met zich zal kunnen brengen dat een overeenkomst tot arbitrage niet (volledig) kan worden toegepast, zullen wij niet spoedig mogen concluderen dat de overeenkomst tot arbitrage geen effect kan sorteren in de thans bedoelde zin en dat de overeenkomst tot arbitrage dientengevolge ongeldig moet worden geoordeeld. Hierbij wordt van belang geacht dat het geen omstandigheden betreft die van buiten de partijen komen.1 Hetzelfde geldt als een partij niet over de verlangde valuta beschikt voor de betaling van de verlangde voorschotten voor de arbitrage. Het vorenstaande geldt a fortiori als een partij zich erop beroept dat de arbitrageovereenkomst niet kan worden toegepast op de grond dat bij voorbaat duidelijk is dat zij geldelijk niet aan het arbitraal vonnis zal kunnen voldoen.2 Wel zal bij een gebrek aan financiën het beroep op de arbitrageovereenkomst in uitzonderingsgevallen in strijd met redelijkheid en billijkheid kunnen zijn (zie 10.4.5.2).