Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1424
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap bij echtscheidingsconvenant; vraag of bepaalde schulden in verdeling zijn betrokken, art. 3:179 lid 2 BW; uitleg convenant; maatstaf.
HR 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1392
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
12/04388
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Goederenrecht / Gemeenschap
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1392, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2012
- Wetingang
Art. 3:179 BW; art. 3:35 BW
Essentie
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap bij echtscheidingsconvenant; vraag of bepaalde schulden in verdeling zijn betrokken, art. 3:179 lid 2 BW; uitleg convenant; maatstaf.
Bij de uitleg van een echtscheidingsconvenant moeten alle omstandigheden in aanmerking worden genomen. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw niet ervan mocht uitgaan dat partijen, wat betreft de belastingschulden waarvan de man in deze zaak verdeling vordert, in het echtscheidingsconvenant definitief met elkaar hebben afgerekend, nu deze schulden daarin niet worden genoemd. Uitgaande van de door de vrouw aangevoerde feiten, kan hetgeen het hof heeft overwogen zijn oordeel niet dragen. Die feiten komen immers erop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.