NJB 2018/764
Medeplegen of medeplichtigheid van valsheid in geschrift, art. 225 Sr: de Hoge Raad herhaalt de relevante rechtspraak over de situatie waarin het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. In casu ontoereikende motivering dat sprake van medeplegen is nu het hof over de rol van de verdachte met betrekking tot dat valselijk opmaken niet meer heeft vastgesteld dan dat de verdachte belanghebbende was bij het opmaken van de in de bewezenverklaring vermelde geschriften en dat hij op eigen initiatief om die geschriften heeft verzocht
HR 27-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:446
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/03309
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:446, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:29, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2017
- Wetingang
(art. 47 Sr)
Essentie
Medeplegen of medeplichtigheid van valsheid in geschrift, art. 225 Sr: de Hoge Raad herhaalt de relevante rechtspraak over de situatie waarin het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. In casu ontoereikende motivering dat sprake van medeplegen is nu het hof over de rol van de verdachte met betrekking tot dat valselijk opmaken niet meer heeft vastgesteld dan dat de verdachte belanghebbende was bij het opmaken van de in de bewezenverklaring vermelde geschriften en dat hij op eigen initiatief om die geschriften heeft verzocht
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld, onder meer wegens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.