RvdW 2017/613
Vaststelling dat ‘verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit’, niet begrijpelijk aangezien het door het hof in zijn strafmotivering vermelde uittreksel JD daarvoor geen steun biedt. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd. Strafprocesrecht.
HR 16-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:887
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 mei 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/03845
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:887, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:340, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2017
Essentie
Vaststelling dat ‘verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit’, niet begrijpelijk aangezien het door het hof in zijn strafmotivering vermelde uittreksel JD daarvoor geen steun biedt. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd. Strafprocesrecht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 22 maart 2016, nummer 22/004646-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. J.S. Nan, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 22 maart 2016 door het gerechtshof Den Haag wegens 1. “een afbeelding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.