Einde inhoudsopgave
Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De schepen, de vaart uitoefenende van Belgie naar den Rijn of vice versa, zullen last mogen breken in de havens van Dordrecht, Rotterdam of Amsterdam, aldaar ontladen de koopwaren, die bestemd zullen, zijn, hetzij voor de entrepots, hetzij voor het verbruik in de Nederlanden, of wel aldaar hunne lading mogen aanvullen, na te hebben voldaan, hetzij het gewone doorvoerregt, hetzij het bij art. 42 vermelde vaste regt, overeenkomstig de geverifieerde manifesten, waarvan de schippers of scheepsbestuurders houders moeten zijn, en zich, voor de goederen bestemd om ontladen of geladen te worden in de gezegde zeehavens, gedragende naar de bepalingen der algemeene Nederlandsche wet op de regten van in-, uit- en doorvoer.