Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Bijlage 19 Gedimensioneerde profielen voor onbemeten aansluitingen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
26-01-2023, Stcrt. 2023, 4969 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: ACM/UIT/587445)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-01-2023, Stcrt. 2023, 4969 (uitgifte: 16-02-2023, regelingnummer: ACM/UIT/587445)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
bij artikel 10.17
- 1.
Openbare verlichting
- 1.1.
In het geval de aansluiting van een installatie voor openbare verlichting op grond van artikel 2.30, eerste lid of artikel 2.31, eerste lid niet is voorzien van een comptabele meetinrichting, verstrekt de aangeslotene, tenzij anders overeengekomen, eenmaal per kwartaal aan de netbeheerder de volgende gegevens:
- a.
het aantal lampen (inclusief voorschakelapparatuur) behorende tot de installatie;
- b.
het vermogen per lamp (inclusief voorschakelapparatuur);
en per door de netbeheerder aan te geven tijdvak, voor zover van toepassing, vooraf:
- c.
het brandschema (inclusief onderhoud);
- d.
de tijden dat de installatie wordt gedimd en het vermogen van de lampen (inclusief voorschakelapparatuur) in gedimde situatie.
- 1.2.
De netbeheerder stelt op basis van de in 1.1 bedoelde gegevens het belastingprofiel van de installatie vast en geeft de aangeslotene desgevraagd inzage in het rekenmodel of de berekening.
- 1.3.
De netbeheerder stelt, na overleg met de aangeslotene, indien in het in 1.2 bedoelde belastingprofiel geen rekening is gehouden met aan de installatie uit te voeren onderhoud, een toeslag vast op het in 1.2 bedoelde belastingprofiel.
- 1.4.
In afwijking van 1.3 houdt de netbeheerder, zo mogelijk en indien gewenst, rechtstreeks rekening met het opgegeven onderhoudsprogramma bij het vaststellen van het in 1.2 bedoelde belastingprofiel.
- 1.5.
De aangeslotene houdt voor de netbeheerder een technische administratie bij en geeft de netbeheerder hierin desgevraagd inzage. In deze administratie worden in elk geval de volgende gegevens opgenomen:
- a.
de locatie van de lampen (inclusief voorschakelapparatuur), en;
- b.
per type lamp (inclusief voorschakelapparatuur) het aantal en het vermogen.
- 1.6.
De aangeslotene houdt de in 1.5 bedoelde administratie actueel.
- 1.7.
Op het belastingprofiel bedoeld in 1.2, 1.3 respectievelijk 1.4 zijn, voor zover van toepassing, de artikelen 10.17 en 10.22 van kracht.
- 1.8.
De aangeslotene, bedoeld in 1.1, toont desgevraagd door middel van een bestuurdersverklaring van de bestuurder van de beheerder van de desbetreffende installatie of een door hem daartoe gemachtigd persoon, de juistheid en de volledigheid van de in 1.1, onderdelen a tot en met d, en 1.5 bedoelde informatie aan.
- 1.9.
Indien de lampen (inclusief voorschakelapparatuur) voor openbare verlichting zich niet direct achter de aansluiting bevinden, maar deel uitmaken van een OVL-installatie, blijkt uit de in 1.8 genoemde bestuurdersverklaring tevens dat op de desbetreffende OVL-installatie uitsluitend lampen (inclusief voorschakelapparatuur) zijn aangesloten ten behoeve van openbare verlichting en daarmee gelijk te stellen lampen (inclusief voorschakelapparatuur), zoals ten behoeve van reclame- of feestverlichting, abri’s, verkeersbordverlichting etc., mits deze op dezelfde wijze geschakeld worden.
- 1.10.
Indien naar het oordeel van de netbeheerder redelijke twijfel bestaat over de juistheid en de volledigheid van de in 1.1, onderdelen a tot en met d, en 1.5 bedoelde informatie en van de in 1.8 bedoelde bestuurdersverklaring, overlegt de aangeslotene desgevraagd een extern audit-rapport aangaande de juistheid en de volledigheid van de in 1.1, onderdelen a tot en met d en 1.5 bedoelde informatie.
- 2.
Overige onbemeten aansluitingen
- 2.1.
In het geval een aansluiting van een installatie, niet zijnde een installatie voor openbare verlichting, op grond van artikel 2.30, eerste lid of artikel 2.31, eerste lid niet is voorzien van een comptabele meetinrichting, verstrekt de aangeslotene, tenzij anders overeengekomen, eenmaal per kwartaal aan de netbeheerder het vermogen van de installatie, zowel in normale bedrijfstoestand als – voor zover van toepassing – in de situatie dat de installatie is gedimd respectievelijk buiten bedrijf is en per door de netbeheerder aan te geven tijdvak – voor zover van toepassing – vooraf de tijden waarop de installatie zich in één van deze bedrijfstoestanden bevindt.
- 2.2.
De netbeheerder stelt op basis van de in 2.1 bedoelde gegevens het belastingprofiel voor de installatie vast en geeft de aangeslotene desgevraagd inzage in het rekenmodel of de berekening daarvoor.
- 2.3.
In afwijking van 2.2 kan de netbeheerder het belastingprofiel van de installatie vaststellen op basis van het vermogen van de installatie in de normale bedrijfstoestand en de invloed van het dimmen en van het buiten bedrijf zijn van de installatie daarbij verdisconteren in een vaste reductiefactor.
- 2.4.
De aangeslotene houdt voor de netbeheerder een technische administratie bij en geeft de netbeheerder hierin desgevraagd inzage. In deze administratie worden in elk geval de volgende gegevens opgenomen:
- a.
de locatie van de betreffende installaties, en;
- b.
het vermogen, zowel in normale bedrijfstoestand als – voor zover van toepassing – in de situatie dat de installatie is gedimd respectievelijk buiten bedrijf is.
- 2.5.
De aangeslotene houdt de in 2.4 bedoelde administratie actueel.
- 2.6.
Op het belastingprofiel bedoeld in 2.2 respectievelijk 2.3 zijn – voor zover van toepassing – de artikelen 10.17 en 10.22 van kracht.
- 2.7.
De aangeslotene, als bedoeld in 2.1, toont desgevraagd door middel van een bestuurdersverklaring van de bestuurder van de beheerder van de desbetreffende installatie of een door hem daartoe gemachtigde persoon, de juistheid en de volledigheid van de in 2.1 en 2.4 bedoelde informatie aan.
- 2.8.
Indien naar het oordeel van de netbeheerder redelijke twijfel bestaat over de juistheid en de volledigheid van de in 2.1 en 2.4 bedoelde informatie en van de in 2.7 bedoelde bestuurdersverklaring, overlegt de aangeslotene desgevraagd een extern audit-rapport aangaande de juistheid en de volledigheid van de in 2.1 en 2.4 bedoelde informatie.