Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/191
Caribische zaak (Curaçao). Bestuurdersaansprakelijkheid; ernstig verwijt; handelen in strijd met statutaire bepaling.
HR 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:146
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2023
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/00609
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:146, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:845, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2022
- Wetingang
Art. 2:9 BW
Essentie
Caribische zaak (Curaçao). Bestuurdersaansprakelijkheid; ernstig verwijt; handelen in strijd met statutaire bepaling.
Samenvatting
Voor aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 BW en zijn tegenhanger art. 2:14 (oud) BWC is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of van een ernstig verwijt sprake is, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. De omstandigheid dat gehandeld is in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen, moet in dit verband als een zwaarwegende omstandigheid worden aangemerkt, die in beginsel de aansprakelijkheid van de bestuurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.