RAR 2017/146
Afspiegelingsbeginsel. Is het voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel van belang of de werkzaamheden behorend bij een bepaalde functie daadwerkelijk worden uitgeoefend?
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1349
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/05965
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927310:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1349, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:473, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑06‑2017
- Wetingang
Art. 13 Ontslagregeling
Essentie
Reorganisatie. Afspiegelingsbeginsel.
Is het voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel van belang of de werkzaamheden behorend bij een bepaalde functie daadwerkelijk worden uitgeoefend?
Samenvatting
Werknemer is op 1 april 1992 in dienst getreden van TanteLouise (werkgever) en vervulde laatstelijk de functie van chef-kok. In het kader van een reorganisatie is het aantal arbeidsplaatsen voor chef-koks teruggebracht. Toepassing van het afspiegelingsbeginsel heeft ertoe geleid dat werknemer boventallig werd. Werkgever heeft na toestemming van het UWV werknemer met ingang van 1 november 2015 ontslagen.
Werknemer heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst te herstellen vanwege (onder meer) het ontbreken van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.