Wet op de bedrijveninvesteringszones
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
19-11-2014, Stb. 2014, 506 (uitgifte: 17-12-2014, kamerstukken: 33917)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2014, Stb. 2014, 507 (uitgifte: 17-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De gemeenteraad kan onder de naam BIZ-bijdrage een belasting instellen ter zake van binnen een bepaald gebied in de gemeente (bedrijveninvesteringszone) gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.
2.
De BIZ-bijdrage is een bestemmingsheffing die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
3.
Bij verordening wordt bepaald of de BIZ-bijdrage wordt geheven van:
- a.
eigenaren, waaronder voor de toepassing van deze wet worden verstaan degenen die bij het begin van het kalenderjaar van in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht,
- b.
gebruikers, waaronder voor de toepassing van deze wet worden verstaan degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruiken of
- c.
eigenaren en gebruikers.
4.
Onverminderd het derde lid, onder b en c, kan de verordening bepalen dat indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage wordt geheven van de eigenaar.
5.
De artikelen 220a, 220b, 220d, 220e en 220h van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.