Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 4 Stemming
Geldend
Geldend vanaf 12-02-2015
- Bronpublicatie:
12-02-2015, PbEU 2015, L 114 (uitgifte: 05-05-2015, regelingnummer: 2015/716 ECB/2015/8)
- Inwerkingtreding
12-02-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-02-2015, PbEU 2015, L 114 (uitgifte: 05-05-2015, regelingnummer: 2015/716 ECB/2015/8)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
4.1.
De Raad van bestuur kan alleen tot stemming overgaan, indien een quorum van tweederde van de leden met stemrecht aanwezig is. Indien het quorum niet aanwezig is, kan de president een buitengewone vergadering bijeenroepen waar besluiten worden genomen zonder inachtneming van het bovenbedoelde quorum.
4.2.
De Raad van bestuur gaat op verzoek van de president tot stemming over. De president laat tevens tot stemming overgaan, indien een lid van de Raad van bestuur zulks verzoekt.
4.3.
Aanneming van besluiten door de Raad van bestuur krachtens artikel 41.2 van de statuten kan niet worden voorkomen door stemonthouding.
4.4.
Indien een lid van de Raad van bestuur langdurig (d.w.z. meer dan een maand) verhinderd is te stemmen, is hij/zij gerechtigd een plaatsvervanger aan te wijzen als lid van de Raad van bestuur.
4.5.
Indien een president van een centrale bank verhinderd is te stemmen over een krachtens de artikelen 28, 29, 30, 32, 33 en 51 van de statuten te nemen besluit, is zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 10.3 van de statuten gerechtigd zijn/haar gewogen stem uit te brengen.
4.6.
De president kan tot een geheime stemming doen overgaan indien ten minste drie leden van de Raad van bestuur hem/haar daarom verzoeken. Een geheime stemming vindt plaats, indien leden van de Raad van bestuur persoonlijk worden geraakt door een voorstel voor een besluit krachtens de artikelen 11.1, 11.3 of 11.4 van de statuten. In dergelijke gevallen nemen de desbetreffende leden van de Raad van bestuur niet deel aan de stemming.
4.7.
Behoudens een specifiek voorschrift in artikel 4.8, kunnen besluiten eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste drie leden van de Raad van bestuur hiertegen bezwaar maken. Voor een schriftelijke procedure geldt het volgende: i) in beginsel staat ieder lid van de Raad van bestuur niet minder dan vijf werkdagen ter beschikking om zich te kunnen beraden; ii) de expliciete of stilzwijgende persoonlijke goedkeuring door ieder lid van de Raad van bestuur (of zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 4.4) is een vereiste, en (iii) een dergelijk besluit dient te worden vermeld in de notulen van de volgende vergadering van de Raad van bestuur. Besluiten die door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, worden goedgekeurd door de leden van de Raad van bestuur met een stemrecht op het ogenblik van de goedkeuring.
4.8.
Binnen het kader van artikel 13 octies tot en met 13 decies kunnen besluiten eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste vijf leden van de Raad van bestuur hiertegen bezwaar maken. Een schriftelijke procedure vereist een maximum van vijf, of in het geval van artikel 13 nonies, twee werkdagen voor beraad door ieder lid van de Raad van bestuur.
4.9.
Voor iedere schriftelijke procedure kan een lid van de Raad van bestuur (of zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 4.4) expliciet een andere persoon machtigen zijn/haar stem uit te brengen of een inhoudelijke opmerking te maken zoals door het lid persoonlijk goedgekeurd.