RvdW 2012/1003
Internationale kinderontvoering. Verzoek tot teruggeleiding naar derde land, geen partij bij Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV). Doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 13 lid 8 Uitvoeringswet internationale kinderontvoering?; schending art. 8 EVRM grond voor doorbreking?
HR 13-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7476
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
12/00878
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BW7476
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW7476, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW7476, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2012
- Wetingang
Essentie
Internationale kinderontvoering. Verzoek tot teruggeleiding naar derde land, geen partij bij Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV). Doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 13 lid 8 Uitvoeringswet internationale kinderontvoering?; schending art. 8 EVRM grond voor doorbreking?
Hoewel art. 13 lid 8 Uitvoeringswet internationale kinderbescherming beroep in cassatie tegen beslissingen tot teruggeleiding uitsluit, is een zodanig beroep niettemin ontvankelijk, indien geklaagd wordt dat de rechter in de bestreden uitspraak een bepaalde regeling ten onrechte niet heeft toegepast, buiten het toepassingsgebied van de desbetreffende regeling is getreden of bij het nemen van zijn beslissing een zodanig fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.