RAV 2020/96
Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Zou een redelijk handelend verzekeraar bij de juiste kennis van zaken een arbeidsongeschiktheidsverzekering met verzekerde hebben afgesloten?
Hof Den Haag 18-08-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1404
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
18 augustus 2020
- Magistraten
Mrs. M.J. van der Ven, P.M. Verbeek, F.R. Salomons
- Zaaknummer
200.252.558
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS243567:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2020:1404, Uitspraak, Hof Den Haag, 18‑08‑2020
- Wetingang
Art. 7:928, 7:929 lid 1, art. 7:930 lid 3 en 4 BW
Essentie
Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Rechtsgevolgen verzwijging. Maatstaf van een redelijk handelend verzekeraar. Afwijkend acceptatiebeleid.
Zou een redelijk handelend verzekeraar bij de juiste kennis van zaken een arbeidsongeschiktheidsverzekering met verzekerde hebben afgesloten?
Samenvatting
Deze uitspraak is het vervolg op het arrest van de Hoge Raad van 5 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1841, RAV 2018/104.
Op 12 januari 2007 heeft een zelfstandig elektromonteur bij de rechtsvoorganger van Movir (Delta Lloyd) een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Bij de aanvraag vult hij een gezondheidsverklaring in, waarbij hij uitsluitend melding maakt van knieklachten, waarvoor Delta Lloyd een clausule opneemt. Zijn forse overige medische ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.