Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen
Artikel 3 bis
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2020, 3). Deze wijziging is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 04-04-2014, Trb. 2019, 140.
- Bronpublicatie:
04-04-2014, Trb. 2019, 140 (uitgifte: 17-09-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2019, Internet 2019, www.verdragenbank.overheid.nl (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Indien een Verdragsluitende Staat die uit hoofde van artikel 3 zijn rechtsmacht uitoefent ervan in kennis is gesteld of op andere wijze heeft vernomen dat één of meer Verdragsluitende Staten een onderzoek, vervolging of gerechtelijke procedure hebben ingesteld ter zake van dezelfde strafbare feiten of handelingen, treedt die Verdragsluitende Staat, naargelang van toepassing, in overleg met deze andere Verdragsluitende Staten teneinde hun maatregelen af te stemmen. De verplichtingen in dit artikel laten de verplichtingen van een Verdragsluitende Staat uit hoofde van artikel 13 onverlet.