Einde inhoudsopgave
Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Wanneer de diepgang van een vaartuig hetzelve niet zal toelaten op het kanaal te varen, of wanneer er, om welke andere reden ook, noodzakelijkheid tot ligten bestaat, zal het geheel of een gedeelte van deszelfs lading op ligters kunnen worden overgeladen, nadat daarvan vooraf kennis zal zijn gegeven aan de tolbeambten, wier post het naast bij de plaats gelegen is, waar het ligten zal moeten geschieden. De overlading zal plaats hebben onder het toezigt der tolbeambten van het land, alwaar dezelve geschiedt overeenkomstig de bestaande wetten.