HR, 09-12-2011, nr. 10/05433
ECLI:NL:HR:2011:BT7187
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
09-12-2011
- Zaaknummer
10/05433
- Conclusie
Mr. J. Spier
- LJN
BT7187
- Vakgebied(en)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BT7187, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BT7187
ECLI:NL:PHR:2011:BT7187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BT7187
- Vindplaatsen
Uitspraak 09‑12‑2011
Inhoudsindicatie
Art. 81 RO. Beëindiging huur woonruimte. Huurbescherming. Beroep verhuurder op beperkende werking redelijkheid en billijkheid. Art. 6:248, 7:232, 272 BW.
9 december 2011
Eerste Kamer
10/05433
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 773357\ RL EXPL 08-17454 van de kantonrechter te 's-Gravenhage van 20 mei 2009;
b. het arrest in de zaak 200.036.529/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 juli 2010 en de beslissing van het hof op de voet van art. 32 Rv. van 15 maart 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [eiseres] heeft op 21 oktober 2011 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 9 december 2011.
Conclusie 07‑10‑2011
Mr. J. Spier
Partij(en)
Verkorte conclusie
inzake
[Eiseres]
tegen
[Verweerder]
1.
[Eiseres] heeft tijdig cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het Haagse Hof van 20 juli 2010.
2.
Alle klachten bouwen, voor zover begrijpelijk, voort op de veronderstelling dat het Hof niet heeft verdisconteerd dat der partijen affectieve relatie tot in 2006 heeft voortgeduurd, dat [verweerder] nimmer een huurverhoging heeft voorgesteld en dat hij is gestopt met correspondentie over het kunnen beschikken van de woning ‘omdat hij dit niet met zijn geweten in overeenstemming kon brengen’ (onderdeel 2).
3.
Deze laatste omstandigheid heeft het Hof niet kenbaar in zijn oordeel betrokken. Het kan [eiseres] reeds niet baten omdat niet wordt aangegeven waar zij in de gedingstukken een dergelijke stelling aan haar verweer ten grondslag heeft gelegd. Los daarvan: de onderhavige procedure maakt duidelijk dat [verweerder] kennelijk — allicht om de door het Hof in rov. 5.1 genoemde redenen — van mening is veranderd. De overige twee omstandigheden heeft het Hof expliciet meegewogen in rov. 5.5 (‘In de derde plaats zijn van belang (…)’. Hierop stuiten alle klachten af. Daarbij teken ik nog aan dat de rechtsklacht van onderdeel 7 onbegrijpelijk is.
Conclusie
Deze conclusie strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal