RvdW 2018/51
Het oordeel dat met het voor poging tot zware mishandeling vereiste opzet is gehandeld, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, nu verdachte een zeer risicovolle situatie in het leven heeft geroepen die de aanmerkelijke kans in zich droeg dat een van de jongens zou vallen en aan- of overrijden zou worden met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg en verdachte deze aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard.
HR 12-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3114
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 december 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/05377
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3114, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1337, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2017
Essentie
Het oordeel dat met het voor poging tot zware mishandeling vereiste opzet is gehandeld, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, nu verdachte een zeer risicovolle situatie in het leven heeft geroepen die de aanmerkelijke kans in zich droeg dat een van de jongens zou vallen en aan- of overrijden zou worden met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg en verdachte deze aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard.
Partij(en)
12 december 2017
Strafkamer
nr. S 15/05377
CB/AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.