RvdW 2018/1245
Heeft het hof verzuimd te responderen op het uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat de omstandigheid dat verdachte aanvankelijk door het Openbaar Ministerie was opgeroepen voor een TOM-zitting dient te worden meegenomen ‘bij de bepaling van de eventuele strafmaat’?
HR 06-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2015
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/01815
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2015, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1241, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2018
Essentie
Heeft het hof verzuimd te responderen op het uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat de omstandigheid dat verdachte aanvankelijk door het Openbaar Ministerie was opgeroepen voor een TOM-zitting dient te worden meegenomen ‘bij de bepaling van de eventuele strafmaat’?
Partij(en)
6 november 2018
Strafkamer
nr. S 17/01815
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 maart 2017, nummer 22/005046-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J. Machielse:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft verdachte op 28 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.