Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 614 Beslissing in geval van samenloop van verzoeken
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Indien twee of meer staten tegen dezelfde persoon een Europees aanhoudingsbevel of een aanhoudingsbevel hebben uitgevaardigd, houdt de uitvoerende rechterlijke autoriteit bij het nemen van de beslissing over welk van die aanhoudingsbevelen ten uitvoer zal worden gelegd, rekening met alle omstandigheden, met name de relatieve ernst van de strafbare feiten en de plaats waar zij zijn gepleegd, de respectieve data van de aanhoudingsbevelen of Europese aanhoudingsbevelen, alsmede de vraag of die zijn uitgevaardigd ter fine van een strafvervolging of voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel en van de wettelijke verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit het Unierecht met name inzake de beginselen van vrij verkeer en non-discriminatie op grond van nationaliteit.
2.
De uitvoerende rechterlijke autoriteit van een lidstaat kan met het oog op een beslissing als bedoeld in lid 1 het advies van Eurojust inwinnen.
3.
In geval van samenloop van een aanhoudingsbevel en een uitleveringsverzoek van een derde land, houdt de bevoegde autoriteit van de uitvoerende staat bij het nemen van haar beslissing of aan het aanhoudingsbevel dan wel aan het verzoek om uitlevering voorrang wordt gegeven, rekening met alle omstandigheden, met name die bedoeld in lid 1 alsmede die bedoeld in het toepasselijke verdrag.
4.
Dit artikel laat de verplichtingen van de staten uit hoofde van het Statuut van het Internationaal Strafhof onverlet.