Einde inhoudsopgave
Wet maritiem beheer BES
Artikel 26b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 401 (uitgifte: 03-11-2017, kamerstukken: 34710)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2017, Stb. 2017, 463 (uitgifte: 07-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Waterrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien een schip dat zich in de territoriale zee, met inbegrip van de baaien en inhammen die hiermee in open verbinding staan, bevindt gevaar, schade of hinder veroorzaakt of dreigt te veroorzaken, kan de beheerder aan de gezagvoerder of de scheepsbeheerder van dit schip voorschriften stellen, houdende maatregelen ter voorkoming of beëindiging van dat gevaar, die schade of hinder.
2.
De gezagvoerder en de scheepsbeheerder zijn verplicht te voldoen aan de voorschriften, bedoeld in het eerste lid.
3.
Indien één van de personen, bedoeld in het tweede lid, voldoet aan de verplichting, bedoeld in het tweede lid, vervalt deze verplichting voor de andere.