Einde inhoudsopgave
Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
11-12-2019, Stb. 2020, 16 (uitgifte: 27-01-2020, kamerstukken: 35246)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2021, Stb. 2021, 128 (uitgifte: 15-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De Kamers hebben tot taak:
- a.
het stimuleren van economische ontwikkelingen in hun gebied door middel van het bevorderen van onderzoeken en van overleg- en samenwerkingsvormen die de economische belangen van handel en nijverheid in hun gebied betreffen;
- b.
het verstrekken van inlichtingen van algemene aard over het oprichten en drijven van een onderneming in hun gebied, waaronder juridische en economische voorlichting.
2.
De Kamers kunnen de volgende taken uitvoeren:
- a.
het afgeven van verklaringen ten dienste van de handel en nijverheid;
- b.
het legaliseren van handtekeningen van personen die een onderneming of rechtspersoon in het handelsregister hebben ingeschreven;
- c.
het in depot nemen van algemene voorwaarden en het verstrekken van informatie daarover als bedoeld in artikel 234, eerste lid, onderdeel b, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek BES;
- d.
het uitvoeren van het hun opgedragen beheer over inrichtingen ten dienste van handel en nijverheid.
3.
De Kamers brengen de integrale kosten die samenhangen met het verrichten van de in het tweede lid vermelde werkzaamheden in rekening en laste van degene voor wie deze werkzaamheden zijn verricht.
4.
De bedragen ter vergoeding van de integrale kosten die samenhangen met het verrichten van de taken, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en c, worden bij ministeriële regeling vastgesteld.
5.
De bedragen ter vergoeding van de kosten die samenhangen met het verrichten van de taken, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, kunnen bij ministeriële regeling worden vastgesteld.