Einde inhoudsopgave
Staatsregeling [Sint Maarten]
Artikel 57
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
21-07-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, GT 1 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet tot wijziging van het Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De Staten kiezen uit hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter.
2.
Zolang zodanige benoeming nog niet heeft plaats gevonden, treedt als voorzitter op de voor de voorafgaande periode benoemde voorzitter of ondervoorzitter, indien deze deel uitmaakt van de nieuwe Staten, dan wel, bij ontstentenis van zodanige persoon, het lid van de nieuwe Staten, dat onder de leden, die het langst zitting hebben gehad in het college, het oudste lid is in jaren. Alsook zodanige persoon mocht ontbreken, treedt het oudste lid in jaren als voorzitter op.
3.
De Staten benoemen, schorsen en ontslaan hun griffier. Deze kan niet tevens lid van de Staten zijn.
4.
Bij landsverordening wordt de inrichting en organisatie van de griffie geregeld. De ambtenaren van de griffie kunnen niet tevens lid van de Staten zijn.
5.
De positie en bezoldiging van de griffier worden bij landsverordening geregeld, evenals zijn aanspraken op verlof en verlofbezoldiging, wachtgeld en pensioen.
6.
De benoeming, schorsing en ontslag, alsmede de rechtspositie van de overige ambtenaren van de griffie worden bij landsverordening geregeld.