Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Met de opsporing moet binnen den tijd van één jaar na den datum, waarop de vergunning verleend is, een aanvang zijn gemaakt.
2.
Uiterlijk eene maand na het verstrijken van den in het eerste lid van dit artikel genoemden termijn moet de houder der vergunning of zijn vertegenwoordiger dan wel hij, die overeenkomstig het bepaalde bij art.168 met de plaatselijke leiding is belast, de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba schriftelijk in kennis stellen met den aard der op het onderzoeksterrein verrichte werkzaamheden en met hetgeen overigens is verricht, zoomede met den tijd waarop en, voor zooveel de werkzaamheden op het terrein betreft, met de plaats alwaar de werkzaamheden zijn verricht en uitgevoerd.
3.
Na ontvangst van de in het eerste lid genoemde schriftelijke kennisgeving gaat de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba na of hetgeen is verricht als een begin van opsporing kan worden beschouwd, nadat zoo noodig op hun last een plaatselijk onderzoek is ingesteld, waarvan proces-verbaal wordt opgemaakt.
4.
Als datum van indiening der kennisgeving, geldt die van het daarvoor kosteloos afgegeven, gedagteekend ontvangbewijs.
5.
De Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zendt de schriftelijke kennisgeving ten spoedigste door aan Onze Minister, vergezeld van zijn advies en, indien een plaatselijk onderzoek is ingesteld, van het opgemaakt proces-verbaal.