Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/4.2.3.1
4.2.3.1 Inleiding
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS508451:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Ontleend aan F. EISEMANN, La clause d'arbitrage pathologique, in: E. ALLORIO et al., Arbitrage Commercial, Essais in memoriam Eugenio Minoli, Turijn 1974, blz. 129 e.v.
Vgl. bijvoorbeeld Hof 's-Hertogenbosch 17 november 1983, NJ 1984, 796, TvA 1985, blz. 98, m.nt. P. SANDERS, Pres. Rb. Rotterdam 8 januari 1993, TvA 1993, blz. 104, m.nt. P. SANDERS, Rb. Amsterdam 22 oktober 1992, BR 1993, blz. 234, TvA 1993, blz. 236, m.nt. P. SANDERS, Rb. Amsterdam 18 augustus 1993, TvA 1994, blz. 127, Rb. Zwolle 20 december 1995, TvA 1996, blz. 57; vgl. ook E.H. HONDIUS, Tien jaar Arbitragewet en BW, TvA 1996, blz. 138 e.v.
Een speciaal voorbeeld vormt Landgericht Heidelberg 23 oktober 1972 en Oberlandesgericht Karlsruhe 13 maart 1973 (n.g.), waarin de overeenkomst tussen partijen zowel in (niet bindende) 'arbitrage' als in 'gewone rechtspraak' voorzag en de Duitse rechter heeft beslist dat voor 'arbitrage' eigenlijk 'bemiddeling' moest worden gelezen (waaromtrent VAN DEN BERG (diss.), blz. 156-157).
Zie www.nmi-mediation.nl, www.nai-nl.org respectievelijk www.acbmediation.nl.
De uitleg van de overeenkomst tot arbitrage manifesteert zich bij uitstek als zich de vraag voordoet of partijen arbitrage, bindend advies dan wel een vorm van bemiddeling zijn overeengekomen. Overigens komt in dit rijtje in de praktijk, naast de genoemde vormen van geschilbeslechting, ook wel eens een forumkeuze voor.
Het is mogelijk dat niet duidelijk is welke vorm van geschilbeslechting partijen hebben gekozen omdat de terminologie die partijen gebruiken niet eenduidig is en partijen begrippen hanteren die op minstens twee van de genoemde methoden van geschilbeslechting betrekking hebben. Men duidt bij dit soort gebrekkige clausules wel op clauses pathologiques.1In de praktijk gaat het veelal om een overeenkomst die zowel op arbitrage als op bindend advies ziet. Zo wordt wel overeengekomen dat het geschil moet worden voorgelegd aan een scheidsgerecht bestaande uit drie arbiters die bij wege van bindend advies oordelen.2 Soortgelijke verwarring kan evenwel voorkomen als het gaat om terminologie die zowel duidt op arbitrage als op bemiddeling of om terminologie die zowel duidt op bindend advies als op bemiddeling. Het komt soms zelfs voor dat de terminologie van arbitrage c.q. bindend advies en de terminologie van een forumkeuze naast elkaar worden gebruikt.3 De taalkundige betekenis van de tekst van de overeenkomst kan alsdan geen uitkomst bieden (vgl. 4.2.2 sub d).
Het is ten slotte ook mogelijk dat niet duidelijk is welke vorm van geschil-beslechting partijen hebben gekozen omdat ingevolge hun overeenkomst álle vormen van geschilbeslechting voorhanden zijn (arbitrage, bindend advies, bemiddeling en soms zelfs tevens de gewone rechter). Als duidelijk is dat partijen toch een keuze voor één alternatief hebben willen maken, moet worden vastgesteld welke vorm in aanmerking komt. Zulks komt bijvoorbeeld voor als partijen geschilbeslechting overeenkomstig "het reglement" van een bepaald instituut overeenkomen, terwijl het instituut een reglement voor arbitrage, een reglement voor bindend advies én een reglement voor bemiddeling kent. De belangstelling voor institutionele vormen van bemiddeling is de laatste jaren overigens enorm gegroeid. In Nederland kennen wij thans ook institutionele vormen van bemiddeling. Bij het Nederlands Mediation Instituut bestaat het zogenaamde Mediationreglement, bij het Nederlands Arbitrage Instituut kent men een betrekkelijk nieuw mediationreglement en bij de Stichting ADR Centrum voor het Bedrijfsleven bestaat het zogenaamde ACB mediationreglement.4