Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 8
Artikel 753
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Bronpublicatie:
10-04-2019, Stb. 2019, 174 (uitgifte: 06-05-2019, kamerstukken: 35061)
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2019, Stb. 2019, 201 (uitgifte: 06-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Wegvervoer
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Deze titel is niet van toepassing op:
- a.
vorderingen uit hoofde van hulpverlening of bijdrage in avarij-grosse;
- b.
vorderingen voor schade door verontreiniging door olie, zoals deze zijn bedoeld in het op 29 november 1969 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie (Trb. 1970, 196) of in enige kracht van wet hebbende wijziging van dat Verdrag of Protocol daarbij;
- c.
vorderingen gebaseerd op enig bindend internationaal verdrag of enige wet die de beperking van aansprakelijkheid voor kernschade regelt of verbiedt;
- d.
vorderingen tegen de exploitant van een nucleair schip terzake van kernschade;
- e.
vorderingen uit hoofde van arbeidsovereenkomst tegen de reder of de hulpverlener ingesteld door zijn ondergeschikten of hun rechtverkrijgenden voor zover deze vorderingen werkzaamheden betreffen in verband met het schip of de hulpverlening, al naar gelang de aansprakelijkheid van de reder of de hulpverlener voor deze vorderingen uit hoofde van de op de arbeidsovereenkomst toepasselijke wet niet of slechts tot een hoger bedrag dan op grond van deze titel het geval zou zijn, kan worden beperkt;
- f.
vorderingen ter zake van het vlotbrengen, verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van een zeeschip dat is gezonken, schipbreuk heeft geleden, gestrand of verlaten is, met inbegrip van alles wat aan boord van zulk een schip is of is geweest;
- g.
vorderingen ter zake van het verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van de lading van het schip.
2.
Wanneer degene die op grond van deze titel bevoegd is zijn aansprakelijkheid te beperken, gerechtigd is tegen een schuldeiser een vordering geldend te maken, die voortkomt uit hetzelfde voorval, zullen de respectieve vorderingen met elkaar worden verrekend en wordt de beperking van aansprakelijkheid slechts toegepast op het daarna mogelijkerwijs overblijvende saldo.