RAV 2022/35
Recht op vertonen camerabeelden. Is de afwijzing van het verzoek om camerabeelden ter zitting te vertonen terecht?
HR 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:274
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/03168
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS648168:1
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:274, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:784, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑09‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Recht op vertonen camerabeelden. Onrechtmatige daad politie.
Is de afwijzing van het verzoek om camerabeelden ter zitting te vertonen terecht?
Samenvatting
Eiser 1 en eiseres 2 zijn echtgenoten. Na een melding door de vrouw wordt de man meegenomen naar het politiebureau. Hij wordt ingesloten in een zogenoemde Riagg-cel. Daar vertoont hij zelfdestructief gedrag waardoor hij letsel oploopt. Nadat de man is gefixeerd, blijkt hij geen hartslag meer te hebben. Hij wordt gereanimeerd en naar het ziekenhuis gebracht. Kort na de gebeurtenissen wordt acute katatonie vastgesteld. Eisers vorderen in deze procedure een verklaring voor recht dat de politie aansprakelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.