Einde inhoudsopgave
Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2007
- Bronpublicatie:
22-11-2007, Stcrt. 2007, 232 (uitgifte: 01-01-2007, regelingnummer: SAS2007115642)
- Inwerkingtreding
01-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2007, Stcrt. 2007, 232 (uitgifte: 01-01-2007, regelingnummer: SAS2007115642)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
De SVB stelt op aanvraag vast of recht op een tegemoetkoming bestaat.
2.
Een aanvraag om een tegemoetkoming wordt bij de SVB ingediend door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
3.
De persoon, bedoeld in artikel 2, verleent de SVB een onherroepelijke volmacht als bedoeld in artikel 74 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek om:
- a.
de immateriële schade langs gerechtelijke weg te verhalen tot het bedrag, bedoeld in artikel 4, eerste lid, of tot een hoger bedrag wanneer dat is overeengekomen tussen de Minister en de mogelijk aansprakelijk te stellen partijen,
- b.
een mededeling als bedoeld in artikel 106, tweede lid, tweede volzin, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, te doen, voor zover de persoon, bedoeld in artikel 2 deze mededeling niet zelf gedaan heeft, en
- c.
de immateriële schadevergoeding namens de persoon, bedoeld in artikel 2, te innen.
4.
Indien de SVB geen gebruik maakt van de volmacht, bedoeld in het derde lid, en de persoon, bedoeld in artikel 2, na het indienen van de aanvraag immateriële schadevergoeding ontvangt, doet die persoon hiervan onverwijld mededeling aan de SVB en betaalt hij de tegemoetkoming geheel, of wanneer de schadevergoeding lager is dan de tegemoetkoming, de tegemoetkoming voor dat deel, terug aan de SVB.
5.
Indien de aanvraag om tegemoetkoming wordt gedaan door een nabestaande, zijn het tweede tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing.