Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1351 betreffende asiel- en migratiebeheer, tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2021/1147 en (EU) 2021/1060 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 604/2013
Artikel 20 Toegankelijkheid van informatie
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1351 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1351)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1351 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1351)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
De in artikel 19 bedoelde informatie wordt schriftelijk verstrekt in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm, in heldere en eenvoudige bewoordingen en in een taal die de verzoeker verstaat of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de verzoeker die verstaat. De lidstaten maken gebruik van het op grond van lid 2 van dit artikel voor dat doel opgestelde gemeenschappelijke voorlichtingsmateriaal. Het gemeenschappelijk voorlichtingsmateriaal is ook online beschikbaar, op een open en gemakkelijk toegankelijk platform voor verzoekers om internationale bescherming.
Indien dat nodig is om ervoor te zorgen dat de verzoeker de informatie goed begrijpt, wordt de informatie ook mondeling verstrekt, waar passend in samenhang met het in artikel 22 bedoelde persoonlijk onderhoud. Met het oog daarop krijgt de verzoeker de gelegenheid vragen te stellen om de verstrekte informatie te verduidelijken. De lidstaten kunnen gebruikmaken van ondersteunende multimedia-apparatuur.
2.
Het Asielagentschap stelt, in nauwe samenwerking met de verantwoordelijke nationale autoriteiten, gemeenschappelijk voorlichtingsmateriaal op, alsook specifieke informatie voor niet-begeleide minderjarigen en kwetsbare verzoekers, indien nodig voor verzoekers met specifieke procedurele of opvangbehoeften, waarin ten minste de in artikel 19 bedoelde informatie is opgenomen. Dat gemeenschappelijk voorlichtingsmateriaal bevat tevens informatie over de toepassing van Verordening (EU) 2024/1358 en met name over het doeleinde waarvoor de gegevens van een verzoeker in Eurodac mogen worden verwerkt.
Het gemeenschappelijk voorlichtingsmateriaal wordt zodanig opgesteld dat de lidstaten dat kunnen aanvullen met extra informatie die specifiek is voor de lidstaat in kwestie.
3.
Indien de verzoeker minderjarig is, wordt de in artikel 19 bedoelde informatie op een kindvriendelijke manier door adequaat opgeleid personeel en in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de verzoeker verstrekt.