Prg. 2020/202
In beginsel heeft een aan de V.O.F. gerichte verklaring tot stuiting van een rechtsvordering ook werking jegens de afzonderlijke vennoten.
HR 17-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1315
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juli 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/01094
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS227159:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1315, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:97, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Kan crediteur met vordering op V.O.F. en haar vennoten voor stuiting in beginsel volstaan met bericht aan V.O.F.?
Ja. Afzonderlijk stuitingsbericht aan vennoten is niet nodig, nu stuitingsbericht aan V.O.F. moet worden geacht ieder van vennoten te hebben bereikt.
Samenvatting
Om een verjaring van een vordering tot schadevergoeding te stuiten, heeft de crediteur louter een brief gericht aan de V.O.F. ter attentie van de directie en niet aan de afzonderlijke vennoten. Het hof heeft beslist dat de bedoelde stuiting tegenover hen dan ook geen werking heeft gehad. Daartegen richt zich het middel in cassatie.
De Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.