Einde inhoudsopgave
Wet maritiem beheer BES
Artikel 28a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 401 (uitgifte: 03-11-2017, kamerstukken: 34710)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2017, Stb. 2017, 463 (uitgifte: 07-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Waterrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een schip met een brutotonnage van 300 of meer dat op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren, vaart niet een in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, met inbegrip van de territoriale zee, gelegen haven of ankerplaats binnen of vertrekt daaruit niet, indien het voor dat schip overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de Wet bestrijding maritieme ongevallen dan wel artikel 12, veertiende lid, van het Wrakopruimingsverdrag afgegeven certificaat zich niet aan boord bevindt.
2.
Een niet in Nederland geregistreerd schip met een brutotonnage van 300 of meer vaart niet een in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of in de territoriale zee gelegen haven of ankerplaats binnen of vertrekt daaruit niet, als voor dat schip niet overeenkomstig artikel 12 van het Wrakopruimingsverdrag een certificaat als bedoeld in dat artikel is afgegeven of indien dat certificaat zich niet aan boord bevindt.
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid behoeft het certificaat zich niet aan boord te bevinden indien elektronisch, overeenkomstig artikel 12, dertiende lid, van het Wrakopruimingsverdrag, door of vanwege Onze Minister kan worden gecontroleerd of voor het desbetreffende schip een certificaat is afgegeven.