JWB 2015/366
Arbeidsrecht,Concurrentiebeding,Ontbreken ingebrekestelling
HR 30-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3194
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 oktober 2015
- Zaaknummer
14/05185
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3194, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1883, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2015
- Wetingang
Art. 6:83 onder c BW, Art. 81 lid 1 RO
Essentie
Arbeidsrecht,Concurrentiebeding,Ontbreken ingebrekestelling
Samenvatting
Casus
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties wordt verwezen naar de vonnissen in de zaak 128384 / HA ZA 11-591 van de rechtbank Groningen van 12 oktober 2011 en 4 april 2012 (hersteld bij vonnis van 6 juni 2012) en het arrest in de zaak 200.114.114/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 juni 2014. Tegen het arrest van het hof heeft Steil beroep in cassatie ingesteld.
Rechtsvraag
-
Beslissing
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.