Besluit fondsen en spaarregelingen
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 28-07-1977. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 26-07-1976
- Bronpublicatie:
04-07-1977, Stb. 1977, 422 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-1977, terugwerkend tot: 26-07-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-1977, Stb. 1977, 422 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
De regeling moet een nauwkeurige omschrijving inhouden van:
- a.
het tijdstip waarop en de voorwaarden waaronder de deelnemer over zijn tegoed kan beschikken;
- b.
de gevolgen van het eindigen van de dienstbetrekking van een deelnemer voor wat betreft het beschikken over zijn tegoed.
2.
In de regeling, bedoeld in het eerste lid moet ten minste worden bepaald dat over het tegoed van een deelnemer zonder enige tijdsbepaling of voorwaarde kan worden beschikt:
- a.
door de deelnemer zelf ingeval de dienstbetrekking is beëindigd en
- 1e.
hij gaat emigreren;
- 2e.
hij voor meer dan 45% arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964;
- 3e.
hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt;
- 4e.
de werkgever bij wie de deelnemer in dienst was zijn onderneming heeft gestaakt en deze werkgever tevens degene is die krachtens een ontheffing als bedoeld in artikel 15 het tegoed beheert;
- b.
door zijn rechtverkrijgenden na het overlijden van de deelnemer.
3.
De deelnemers en hun rechtverkrijgenden mogen ten gevolge van een bepaling in de regeling of tengevolge van een wijziging daarin geen rechten op het tegoed verliezen.