RCR 2020/49
Algemene voorwaarden. Vervalbeding. Is een vervalbeding in algemene voorwaarden dat een wettelijke verjaringstermijn of vervaltermijn verkort onredelijk bezwarend?
HR 27-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:531
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00319
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS205736:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:531, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1258, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2019
- Wetingang
Art. 6:233 aanhef en onder a, 6:236 aanhef en onder g, 6:237 aanhef en onder h BW
Essentie
Koop-/aannemingsovereenkomst woningen. Vervalbeding in algemene voorwaarden. Onredelijk bezwarend beding.
Is een vervalbeding in algemene voorwaarden dat een wettelijke verjaringstermijn of vervaltermijn verkort onredelijk bezwarend?
Samenvatting
Eisers in cassatie zijn eigenaren van woningen die door verweerster 1 in cassatie zijn gebouwd op basis van gesloten koop-en aannemingsovereenkomsten. Op deze overeenkomsten waren algemene voorwaarden van toepassing. In art. 18 van deze algemene voorwaarden was vastgelegd dat bij eventuele verborgen gebreken, kopers in totaal 5 jaar en 6 maanden hadden om dit aan de orde te stellen (het vervalbeding). Op grond van de algemene voorwaarden waren eisers ook verplicht om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.