Uitvoeringsbesluit wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2009
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet van 05-03-2009, Stb. 124.
- Bronpublicatie:
16-04-2009, Stb. 2009, 190 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2009, Stb. 2009, 224 (uitgifte: 28-05-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Besluit van 30 oktober 2007, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 23 februari 2007; nr. 5470921/07/6;
Gelet op de implementatie van het kaderbesluit nr. 2005/214/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties (PbEU L 76), op artikel 7, eerste lid, 10, tweede lid en 17, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en op artikel 2 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau;
De Raad van State gehoord (advies van 21 maart 2007, nr. W03.07.0057/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 18 oktober 2007, nr. 5510993/07/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: