Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 30 Wijziging van programma's
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Inwerkingtreding
26-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer een lidstaat een verzoek tot wijziging van programma's indient, wordt dit naar behoren gemotiveerd en wordt in het bijzonder aangegeven welke gevolgen de wijziging van de programma's naar verwachting zal hebben voor de verwezenlijking van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en de in het programma vastgestelde specifieke doelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met deze verordening en de fondsspecifieke voorschriften, de horizontale beginselen bedoeld in de artikelen 5, 7 en 8, alsook met de partnerschapsovereenkomst. Bij het verzoek wordt het herziene programma gevoegd.
2.
De Commissie beoordeelt de overeenkomstig lid 1 ingediende informatie, rekening houdend met de door de lidstaat gegeven motivatie. De Commissie kan binnen één maand na de indiening van het herziene programma opmerkingen maken en de lidstaat verstrekt de Commissie alle noodzakelijke aanvullende informatie. Overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften worden verzoeken om wijziging van een programma zo spoedig mogelijk doch uiterlijk drie maanden na de indiening ervan door de lidstaat door de Commissie goedgekeurd, op voorwaarde dat naar behoren rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen van de Commissie.
Wanneer de wijziging van een programma gevolgen heeft voor de in de partnerschapsovereenkomst verstrekte informatie, is de procedure van artikel 16, lid 4 bis, van toepassing.
3.
Als het verzoek tot wijziging bij de Commissie is ingediend om de prestatiereserve na de evaluatie van de prestaties opnieuw toe te wijzen, maakt de Commissie, als afwijking van lid 2, alleen opmerkingen, als zij van mening is dat de voorgestelde toewijzing niet in overeenstemming is met de toepasselijke regels, niet consistent is met de ontwikkelingsbehoeften van de lidstaat of de regio of een aanzienlijk risico inhoudt dat de in het voorstel vervatte doelstellingen en streefdoelen niet kunnen worden gehaald. De Commissie keurt het verzoek om wijziging van een programma zo spoedig mogelijk en uiterlijk twee maanden na de indiening van het verzoek door de lidstaat goed, op voorwaarde dat naar behoren rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen van de Commissie.
4.
Als afwijking van lid 2 kunnen in de EFMZV-verordening specifieke procedures worden vastgesteld voor de wijziging van operationele programma's.
5.
In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de lidstaten voor de door het EFRO, het Cohesiefonds en het ESF ondersteunde programma’s tijdens de programmeringsperiode een bedrag van maximaal 8 % van de toewijzing per 1 februari 2020 van een prioriteit en maximaal 4 % van het programmabudget overschrijven naar een andere prioriteit van hetzelfde fonds voor hetzelfde programma.
Dergelijke overschrijvingen hebben geen gevolgen voor eerdere jaren. Zij worden niet als essentieel beschouwd en er is geen besluit van de Commissie tot wijziging van het programma voor vereist. Zij moeten evenwel aan alle wettelijke voorschriften voldoen en van tevoren door het toezichtcomité worden goedgekeurd. De lidstaten delen de herziene financiële tabellen aan de Commissie mee.
6.
In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de lidstaten voor door het EFRO, het ESF of het Cohesiefonds ondersteunde programma’s financiële toewijzingen overschrijven tussen verschillende thematische doelstellingen binnen dezelfde prioriteit van hetzelfde fonds en dezelfde regiocategorie van hetzelfde programma.
Dergelijke overschrijvingen worden als niet substantieel beschouwd en vereisen geen besluit van de Commissie tot wijziging van het programma. Niettemin moeten die overschrijvingen aan alle wettelijke voorschriften voldoen en op voorhand door het toezichtcomité worden goedgekeurd. De lidstaten delen de herziene financiële tabellen aan de Commissie mee.
7.
In afwijking van de leden 1 en 2 is geen besluit van de Commissie tot wijziging van het programma vereist om een medefinancieringspercentage tot 100 % krachtens artikel 120, lid 9, toe te passen op een in het kader van een programma vastgestelde prioritaire as ter bevordering van de sociaaleconomische integratie van onderdanen van derde landen — met inbegrip van prioritaire assen die gewijd zijn aan concrete acties om migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken. De wijziging moet op voorhand door het toezichtcomité worden goedgekeurd. De lidstaten delen de herziene financiële tabellen aan de Commissie mee.