NJB 2021/2287:Uitleg van een arbitraal vonnis. Een verkoper vordert bij het scheidsgerecht betaling van de koopprijs van twee verkochte en geleverde motoren. De koper voert het verweer dat de koopovereenkomst nietig is. Het scheidsgerecht verwerpt dit verweer en overweegt bij ‘obiter dictum’ dat het gevorderde bedrag ook zou zijn toegewezen als de koopovereenkomst nietig zou zijn geacht, omdat de koper dan een ongedaanmakingsverplichting zou hebben gehad. Hoge Raad: 1. Obiter dictum. Voor beantwoording van de vraag of de overwegingen de beslissing zelfstandig dragen, is beslissend hoe de overwegingen, naar hun inhoud genomen, zich verhouden tot de beslissing in het dictum. Dat het scheidsgerecht de overwegingen ‘obiter dictum’ heeft genoemd, is niet beslissend. 2. Zelfstandig dragende grond. De overwegingen van het scheidsgerecht laten geen andere uitleg toe dan dat zij een grond betreffen die het dictum zelfstandig draagt.