Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2021/509 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528
Artikel 43 Indiening van de jaarrekening en uitvoering van de begroting
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Inwerkingtreding
22-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
Iedere rekenplichtige van de faciliteit stelt, met de hulp van de verantwoordelijke beheerder, uiterlijk op 15 mei na afloop van het begrotingsjaar de ontwerpjaarrekening van de faciliteit op voor de aangelegenheden waarvoor hij verantwoordelijk is, en verstrekt deze aan het accountantscollege. De rekenplichtige voor operaties maakt gebruik van de door de operationeel commandanten verstrekte rekeningen, met inbegrip van rekeningen van steunmaatregelen of delen daarvan die via de operatie zijn uitgevoerd. De rekenplichtige voor steunmaatregelen maakt gebruik van de door de uitvoerende actoren verstrekte rekeningen. Uiterlijk op dezelfde datum verstrekt iedere rekenplichtige het comité het begrotingsoverschot van het begrotingsjaar voor elke titel in de begroting waarvoor hij verantwoordelijk is. Iedere beheerder verstrekt het comité jaarlijks een activiteitenverslag over de aangelegenheden waarvoor hij verantwoordelijk is.
2.
Het accountantscollege stelt op basis van de uitgevoerde controle, onder meer door de gekwalificeerde externe steun als bedoeld in artikel 42, lid 3, uiterlijk op 15 juli iedere rekenplichtige en iedere operationeel commandant in kennis van zijn bevindingen over de desbetreffende boekhouding.
3.
Iedere rekenplichtige doet, daarin bijgestaan door de verantwoordelijke beheerder, uiterlijk op 30 september aan het comité de definitieve gecontroleerde jaarrekening van de faciliteit toekomen met betrekking tot de aangelegenheden waarvoor hij verantwoordelijk is.
4.
Het accountantscollege legt uiterlijk op 30 september na de afsluiting van het begrotingsjaar het controleverslag, inclusief het controleadvies, voor aan het comité. Het comité bestudeert het controleverslag, het controleadvies en de jaarrekening met het oog op het verlenen van kwijting aan de beheerders en de operationeel commandanten.
5.
De bewijsstukken voor de jaarrekening van de faciliteit worden bewaard gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop desbetreffende kwijting is verleend. Wanneer een operatie is afgerond, zorgt de operationeel commandant ervoor dat alle bewijsstukken, met inbegrip van bewijsstukken inzake de uitvoering van eventuele steunmaatregelen of delen daarvan die via de operatie zijn uitgevoerd, aan de beheerder voor operaties worden toegezonden.
6.
Het comité besluit om de uitvoering van de begroting van een begrotingsjaar waarvan de rekeningen zijn goedgekeurd, op te nemen in de begroting van het volgende begrotingsjaar, onder de ontvangsten of onder de uitgaven, naargelang de omstandigheden. Het comité kan, vóór de goedkeuring van de rekeningen, besluiten een raming van de uitgevoerde begroting op te nemen zodra het het controleadvies van het accountantscollege heeft ontvangen. De verantwoordelijke beheerder legt de nodige gewijzigde begrotingen voor, rekening houdend met de overdracht van middelen.
7.
Indien terugbetaling niet geheel mogelijk is door aftrek van de aan de faciliteit verschuldigde bijdragen, wordt het saldo van de uitgevoerde begroting aan de betrokken lidstaten terugbetaald volgens de bni-verdeelsleutel van het jaar van terugbetaling.