Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/29
Is sprake van “beëindigd gebruik” als bedoeld in art. 138a Sr ten gevolge van opzegging bruikleenovereenkomst door rechthebbende (gemeente)? Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 04-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2236
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.J.A. van Dorst, Y. Buruma
- Zaaknummer
17/04383
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2236, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1349, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2018
Essentie
Is sprake van “beëindigd gebruik” als bedoeld in art. 138a Sr ten gevolge van opzegging bruikleenovereenkomst door rechthebbende (gemeente)? Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
4 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/04383
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 juli 2017, nummer 22/004474-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1. Het gerechtshof Den Haag heeft de verdachte bij arrest van 11 juli ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.