Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1149
In het licht van hetgeen namens verdachte is aangevoerd — inleidende dagvaarding door een ander in ontvangst genomen; handschrift naam ontvanger en handtekening op akte van uitreiking komen niet overeen met handschrift en handtekening verdachte in diens rijbewijs en in een proces-verbaal — is het oordeel van het hof dat de dagvaarding aan verdachte in persoon is betekend niet zonder meer begrijpelijk. Volgen vernietiging en terugwijzing.
HR 09-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1891
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03397
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1891, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1125, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑08‑2018
Essentie
In het licht van hetgeen namens verdachte is aangevoerd — inleidende dagvaarding door een ander in ontvangst genomen; handschrift naam ontvanger en handtekening op akte van uitreiking komen niet overeen met handschrift en handtekening verdachte in diens rijbewijs en in een proces-verbaal — is het oordeel van het hof dat de dagvaarding aan verdachte in persoon is betekend niet zonder meer begrijpelijk. Volgen vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
9 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/03397
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 juli 2017, nummer 22/001381-16, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.