V-N 2022/37.1.3
Bij verrichten van 22% werkzaamheden in Nederland geldt Nederlandse socialezekerheidswetgeving. Lopende procedure HR
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
19 mei 2022
- Zaaknummer
21/1573 AOW
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2022:1240, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 19‑05‑2022
- Wetingang
art. 13 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht heeft aangenomen dat X een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden heeft verricht in zijn woonstaat Nederland. Daarbij mag de Svb meewegen dat het schip in 2013 ook 22% en in 2014 24% in Nederland heeft gevaren.
Samenvatting
X werkt in 2016 op een binnenvaartschip in België, Duitsland en Nederland voor Q, zijn Liechtensteinse werkgever. Het schip behoort toe aan een Nederlands scheepvaartbedrijf. De Svb geeft een A1-verklaring af en verklaart de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing, omdat X een substantieel gedeelte (ongeveer 22%) van zijn werkzaamheden in Nederland verricht ...