V-N 2023/27.12
Vermogen stichting vormt APV volgens A-G en daarom terecht belast met erfbelasting
HR (A-G) 26-04-2023, ECLI:NL:PHR:2023:461, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
26 april 2023
- Zaaknummer
21/04929
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS703131:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1664, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:461, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2023
- Wetingang
art. 16 SW 1956; art. 2.14a Wet IB 2001
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het hof ten onrechte het gehele vermogen van B als APV aan A heeft toegerekend. X heeft zich namelijk, net als zijn moeder, hoofdelijk als schuldenaar verbonden voor de leningen van B. Tot cassatie leidt dit echter niet.
Samenvatting
De moeder van X is bestuurder van een stichting. Het doel van de stichting is het bevorderen van onderwijs in moderne talen en interculturele uitwisseling. In de jaren 1994-2008 koopt de stichting in totaal vier panden. De moeder overlijdt op 16 oktober 2013. Bij het opleggen van de aanslag erfbelasting houdt de inspecteur ook rekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.