BNB 2024/4
Verrekening van in Liechtenstein betaalde socialezekerheidspremies met in Nederland geheven premie volksverzekeringen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/05322
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P. Kavelaars
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS933430:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Loonbelasting / Eindheffing
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2023
ECLI:NL:HR:2023:1407, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:931, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:904, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑09‑2022
- Wetingang
Art. 73 lid 2 Verordening (EG) 987/2009
Essentie
Verrekening van in Liechtenstein betaalde socialezekerheidspremies met in Nederland geheven premie volksverzekeringen
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 2016 in loondienst van een Liechtensteinse AG gewerkt als bemanningslid van een binnenvaartschip. In dat jaar zijn in Liechtenstein socialezekerheidspremies voor haar betaald. Een onherroepelijk geworden A1-verklaring vermeldt dat op grond van Verordening (EG) 883/2004 de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op belanghebbende van toepassing is. Een verzoek van belanghebbende om vrijstelling van de heffing van premie volksverzekeringen over 2016 is afgewezen. Het Hof heeft geoordeeld dat de in 2016 in Liechtenstein geheven premies niet kunnen worden verrekend met de over dat jaar in ...