Ondernemingsrecht 2020/137
Een vordering uit een geldlening met een bank is overdraagbaar aan een niet-bank. Art. 3:83 lid 1 BW staat hieraan niet in de weg. De zorgplicht van de bank gaat niet over op de verkrijger, maar de inhoud van de gecedeerde vordering kan wel nader bepaald zijn door de zorgplicht van de overdragende bank.
HR 10-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1276, m.nt. prof. mr. C.W.M. Lieverse & mr. dr. M.H.E. Rongen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juli 2020
- Zaaknummer
19/04130
- Noot
prof. mr. C.W.M. Lieverse & mr. dr. M.H.E. Rongen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS230800:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Financieel recht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1276, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2020
Essentie
Een vordering uit een geldlening met een bank is overdraagbaar aan een niet-bank. Art. 3:83 lid 1 BW staat hieraan niet in de weg. De zorgplicht van de bank gaat niet over op de verkrijger, maar de inhoud van de gecedeerde vordering kan wel nader bepaald zijn door de zorgplicht van de overdragende bank.
Partij(en)
Alegre Beheer (e.a.)/Promontoria Holding 107 B.V. (e.a.)
Uitspraak
Zie de weergave van de feiten, de uitspraken en het commentaar in Ondernemingsrecht 2020/136.
Noot
Auteur: prof. mr. C.W.M. Lieverse & mr. dr. M.H.E. Rongen1
Voetnoten
Voetnoten
Kitty Lieverse is advocaat te Amsterdam, hoogleraar te Nijmegen en redacteur van dit tijdschrift. Martijn Rongen is senior legal counsel te Amsterdam.