Rb. Den Haag, 09-05-2014, nr. 356400 HA ZA 10-83
ECLI:NL:RBDHA:2014:9073
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
09-05-2014
- Zaaknummer
356400 HA ZA 10-83
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2014:9073, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 09‑05‑2014; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 09‑05‑2014
Inhoudsindicatie
Geschil ontstaan over financiering door vakbond van rechtsbijstand in een arbeidsgeschil waarin vakbondslid wordt verleend door een extern advocaat. Reikwijdte plicht tot vergoeding kosten en daarvoor geldende voorwaarden, onder meer informatieverstrekking aan de vakbond over de gevoerde procedures.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK 's-Gravenhage
403582 / HA ZA 11-243223 mei 2012
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 356400 / HA ZA 10-83
Vonnis van 9 mei 2012
in de zaak van
mr. [eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. A. Klaassen te Veenendaal,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ABVAKABO FNV,
gevestigd te Zoetermeer,
gedaagde,
advocaat mr. D.C. Coppens te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Abvakabo genoemd worden.
1. De procedure
1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 december 2009,
- de conclusie van antwoord van 7 april 2010,
- het vonnis van 21 april 2010 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van de op 24 september 2010 gehouden comparitie van partijen,
- de conclusie van repliek, tevens houdende akte van wijziging van eis van 20 november 2011,
- de conclusie van dupliek van 18 januari 2012.
1.2
Tot slot hebben partijen om vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1
In 2005 is een arbeidsgeschil ontstaan tussen [eiseres] en haar werkgever, de Nederlandse Antillen en/of een daaraan gelieerde organisatie, in het kader waarvan verschillende procedures zijn gevoerd (hierna: het arbeidsgeschil). [eiseres], die lid was (en is) van de Abvakabo, werd in eerste instantie bijgestaan door juristen van Abvakabo.
2.2
Begin 2006 is de rechtsbijstand van [eiseres] in het arbeidsgeschil met instemming en voor rekening van Abvakabo overgenomen door een extern advocaat. Partijen hebben toen afgesproken dat vergoeding door Anvakabo aan [eiseres] zou geschieden op grond van een tarief van € 200 per uur (exclusief kantoorkosten en btw).
2.3
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de financiering van de rechtsbijstand van [eiseres] in het arbeidsgeschil. Zij hebben op 24 september 2010 tijdens de comparitie van partijen in deze zaak een vaststellingsovereenkomst gesloten over de kosten van rechtsbijstand in het arbeidsgeschil tot en met die datum (hierna: de vaststellingsovereenkomst).
2.4
Voor zover hier van belang bepalen de uit hoofde van de lidmaatschapsverhouding tussen partijen geldende Algemene voorwaarden individuele belangenbehartiging ABVAKABO FNV (hierna: de algemene voorwaarden) het volgende:
- leden van de Abvakabo hebben recht op juridische bijstand met betrekking tot geschillen die zijn ontstaan na de datum waarop het lidmaatschap is aangegaan;
- juridische bijstand wordt verleend door vakbondsconsulenten van Abvakabo of andere door Abvakabo aangezochte (rechts)hulpverleners;
- Abvakabo heeft het recht de juridische dienstverlening tussentijds te staken indien, gelet op de ten tijde van de beoordeling beschikbare literatuur en jurisprudentie, naar het oordeel van Abvakabo in redelijkheid geen kans op een succesvolle afwikkeling van de zaak bestaat;
-geen juridische bijstand wordt verleend indien het lid niet alle van belang zijnde informatie aan Abvakabo verstrekt en/of onjuiste informatie wordt verstrekt;
- de door Abvakabo te vergoeden kosten van juridische bijstand omvatten – voor zover hier van belang - de kosten die verbonden zijn aan de behandeling van het door het lid gemelde probleem door medewerkers van Abvakabo of door Abvakabo ingeschakelde externe (rechts)hulpverleners;
- wanneer het lid uit ontevredenheid over de toepassing van de algemene voorwaarden of de individuele belangenbehartiging door Abvakabo cq door haar ingeschakelde derden op eigen kosten een externe (rechts)hulpverlener inschakelt en het lid naderhand deze kosten ten laste van Abvakabo wil brengen, komt het lid alleen voor vergoeding van de kosten in aanmerking indien – voor zover hier van belang – de hoogte van de kosten redelijk is.
3. Het geschil
3.1
[eiseres] vordert – na wijziging van eis – dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
A voor recht wordt verklaard dat Abvakabo krachtens overeenkomst jegens [eiseres] onvoorwaardelijk gehouden is tot vergoeding van alle kosten voor rechtbijstand die zij sedert 24 september 2010 heeft gemaakt en nog zal dienen te maken in het kader van haar geschillen met de Nederlandse Antillen cq diens rechtsopvolger en/of gelieerde organisaties tot in laatste instantie deze geschillen onherroepelijk zijn beslecht;
B subsidiair voor recht wordt verklaard dat Abvakabo jegens [eiseres] gehouden is tot vergoeding van alle kosten voor rechtsbijstand die zij vanaf 24 september 2010 heeft gemaakt en in de toekomst nog zal dienen te maken in het kader van haar geschil met de Nederlandse Antillen cq diens rechtsopvolger en/of gelieerde organisaties onder de volgende voorwaarden en bepalingen:
- dat uitsluitend kosten zullen worden gefactureerd die betrekking hebben op gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen;
- dat deze kosten zullen zijn gebaseerd op een marktconform uurtarief – exclusief eventuele kantoorkosten en BTW en met inachtneming van de met Abvakabo gesloten overeenkomst terzake,
- dat Abvakabo gerechtigd is tot inzage in de dossiers op basis waarvan facturatie plaatsvindt,
- dat Abvakabo betaling van facturen niet zal weigeren en dat in geval van weigering op haar kosten het oordeel van een onafhankelijke derde wordt verzocht ten aanzien van de vraag of de gefactureerde kosten in redelijkheid zijn gemaakt,
C meer subsidiair: wordt vastgesteld dat Abvakabo kosten voor rechtsbijstand die [eiseres] sedert 24 september 2010 heeft gemaakt en nog zal dienen te maken in het kader van haar geschil met de Nederlandse Antillen cq diens rechtsopvolger en/of gelieerde rechtspersonen aan [eiseres] zal dienen te vergoeden met inachtneming van een in goede justitie door de rechtbank te bepalen voorwaarden,
D Abvakabo wordt veroordeeld om aan [eiseres] dan wel aan diens rechtsbijstandverlener te voldoen de met inachtneming van de verklaring voor recht sedert 24 september 2010 in redelijkheid gemaakte en nog te maken kosten van rechtsbijstand tot aan het eind van de (integrale) zaak,
E met veroordeling van Abvakabo in de kosten van deze procedure.
3.2
[eiseres] heeft het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd:
- Abvakbo pleegt wanprestatie dan wel handelt onrechtmatig door de vergoeding van kosten van rechtsbijstand van [eiseres] in het arbeidsgeschil te staken. Abvakabo dient de tot aan het onherroepelijk einde van het arbeidsgeschil gemaakte/te maken kosten van rechtsbijstand te vergoeden.
- Abvakabo dient de door [eiseres] gemaakte buitengerechtelijke kosten te vergoeden.
3.3
Abvakabo heeft de vordering gemotiveerd betwist.
4. De beoordeling
4.1
Het verweer van Abvakabo dat [eiseres] niet-ontvankelijk is omdat het geschil ziet op de hoogte van declaraties, waar de in artikel 32 Wet Tarieven Burgerlijke Zaken (WTBZ) bedoelde begrotingsprocedure voor moet worden gevolgd, faalt.
Indien en voor zover de hoogte van de declaraties aan de orde is, geldt dat de begrotingsprocedure als bedoeld in artikel 32 WTBZ bedoeld is voor geschillen tussen advocaten en hun cliënten over de hoogte van de declaratie. Het voorliggende geschil, waarin de advocaat van [eiseres] geen partij is, ziet echter op de vraag of Abvakabo uit hoofde van de lidmaatschapsverhouding met [eiseres] gehouden is om de na 24 september 2010 gemaakte en te maken kosten van rechtsbijstand in het arbeidsgeschil te vergoeden
4.2
Hetgeen Abvakabo heeft aangevoerd over het in strijd zijn met de beroepsregels van de Nederlandse Orde van Advocaten van het gedrag van de advocaat van [eiseres], die geen partij is in deze procedure, regardeert [eiseres] niet en kan ook niet aan haar worden toegerekend. Aan deze stellingen wordt dus voorbijgegaan.
4.3
In de vaststellingsovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat zij in overleg zouden treden met betrekking tot de kosten van rechtsbijstand voor de toekomst. Dat overleg heeft niet geleid tot nadere afspraken dienaangaande.
Bij de beoordeling van het thans resterende geschil geldt als uitgangspunt de vanaf 24 september 2010 feitelijk bestaande situatie dat [eiseres] in het - voortdurende - arbeidsgeschil wordt bijgestaan door een extern advocaat. Dat betekent dat de standpunten van partijen die betrekking hebben op de daarvoor gelegen periode - bijvoorbeeld over de dienstverlening door de juristen van Abvakabo voordat een externe advocaat werd ingeschakeld en de vraag of Abvakabo wellicht eerder de vergoeding van kosten van rechtsbijstand aan [eiseres] had kunnen staken - geen bespreking behoeven.
Voorts zal, net als in de partijdiscussie, de onder 2.2 weergegeven afspraak, aangevuld met de onder 2.4 weergegeven relevante bepalingen uit de algemene voorwaarden, als uitgangspunt worden genomen voor de beoordeling.
4.4
[eiseres] heeft gesteld dat zij geen “blanco cheque” vordert, doch – conform de algemene voorwaarden – vergoeding van de in redelijkheid gemaakte kosten van rechtsbijstand in verband het arbeidsgeschil. De primaire vordering tot vergoeding van alle kosten van rechtsbijstand in verband met het arbeidsgeschil is ruimer dan dat en dient reeds daarom te worden afgewezen.
4.5
Abvakabo is op grond van de algemene voorwaarden in beginsel gehouden tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in het arbeidsgeschil aan [eiseres], zolang dat geschil voortduurt en voor zover de kosten redelijk zijn.
4.6
Gelet op de in 2006 gemaakte afspraak dat tegen aan tarief van € 200 per uur zou worden gefactureerd, kan een naar huidige maatstaven – bijvoorbeeld na indexatie – daarmee gelijk te stellen tarief, vermeerderd met een redelijk tariefvoor kantoorkosten, in ieder geval als redelijk worden aangemerkt. Een marktconform tarief zal voorts in de regel redelijk zijn, zoals bedoeld in de algemene voorwaarden.
4.7
De bepaling in de algemene voorwaarden over het recht van Abvakabo om de behandeling tussentijds te staken indien – kort gezegd – naar haar oordeel in redelijkheid geen kans op een succesvolle afwikkeling van de zaak bestaat ziet naar de letter op behandeling van de zaak door Abvakabo zelf. Het ligt echter in de rede om, gelijk Abvakabo heeft betoogd, deze bepaling ook toe te passen op de vergoeding van de advocatenkosten in het arbeidsgeschil, die in de plaats is gekomen van de behandeling door Abvakabo zelf. Voorts kan deze bepaling worden gezien als een uitwerking van de norm dat de te vergoeden kosten redelijk moeten zijn.
De stelling van [eiseres] dat deze bepaling niet van toepassing kan zijn nu Abvakabo de behandeling uit handen heeft gegeven, is niet goed te rijmen met het voorgaande en treft daarom geen doel.
4.8
Niet in geschil is dat [eiseres] gehouden is informatie over het arbeidsgeschil te verstrekken aan Abvakabo en dat niet-naleving van deze informatieplicht consequenties kan hebben. Partijen twisten over de inhoud en de reikwijdte van de op [eiseres] rustende informatieplicht.
In het licht van het onder 4.5 tot en met en 4.7 overwogene dient [eiseres] aan Abvakabo informatie te verstrekken die Abvakabo in staat stelt te beoordelen of a) de kosten van rechtsbijstand met betrekking tot het arbeidsgeschil redelijk zijn en b) of in redelijkheid kans op een succesvolle afwikkeling van het arbeidsgeschil bestaat.
Met het door [eiseres] in haar vordering genoemde inzage verlenen in de dossiers aan Abvakabo, verschaft [eiseres] aan Abvakabo daartoe benodigde informatie. Voorts dient zij desgevraagd een nadere toelichting te geven aan Abvakabo en dient dus, zoals Abvakabo heeft gesteld, inzicht te geven in de door haar gevoerde procedures. De stelling van [eiseres] dat zij niet - in de zin van in het geheel niet - gehouden zou zijn inhoudelijke informatie te verstrekken is niet goed te rijmen met deze door [eiseres] zelf geformuleerde informatieplicht en volgt ook niet uit de omstandigheid dat Abvakabo de behandeling van het arbeidsgeschil uit handen heeft gegeven. Met [eiseres] wordt geoordeeld dat de op haar rustende informatieplicht niet zo ver gaat dat zij tevoren toestemming dient te vragen of te nemen stappen tevoren moet afstemmen. Dat neemt niet weg dat Abvakabo indien zij – na bestudering van de dossiers waar de facturen op zien en na eventuele door/namens [eiseres] gegeven nadere toelichting – tot de conclusie komt dat de door/namens [eiseres] ter vergoeding ingediende facturen niet redelijk zijn of dat inmiddels geen redelijke kans meer bestaat op een succesvolle afwikkeling van het arbeidsgeschil, kan weigeren deze kosten te vergoeden.
De vordering dat wordt bepaald dat Abvakabo betaling van facturen niet zal weigeren stuit af op het voorgaande. Wel toegewezen zal worden de, niet door Abvakabo betwiste vordering, dat als voorwaarde kan worden gesteld dat in geval van weigering op kosten van Abvakabo het oordeel van een onafhankelijke derde wordt verzocht ten aanzien van de vraag of de gefactureerde kosten in redelijkheid zijn gemaakt.
4.9
Abvakabo is met inachtneming van het voorgaande gehouden de vanaf 24 september 2010 in redelijkheid gemaakt en te maken kosten van rechtsbijstand in het arbeidsgeschil te vergoeden aan [eiseres]. Om aanspraak te kunnen maken op vergoeding van deze kosten dient [eiseres] op haar beurt eveneens te handelen met inachtneming van het voorgaande. Dit betekent dat de subsidiaire vordering gedeeltelijk zal worden toegewezen, zoals hierna te melden.
4.10
Het voorgaande staat los van de vraag welke advocaat [eiseres] bijstaat in het arbeidsgeschil. Er is geen grond voor het oordeel dat de afspraken slechts betrekking hebben op de advocaat die haar op 24 september 2010 bijstond. Met het uit handen geven van de zaak aan een extern rechtshulpverlener, heeft Abvakabo ingestemd met vergoeding van de kosten van rechtsbijstand - onder de hiervoor weergegeven voorwaarden - in plaats van het zelf behandelen van het arbeidsgeschil.
4.11
De vordering ter zake van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, daar deze wordt geacht te zijn verdisconteerd in de vaststellingsovereenkomst, die immers ziet op volledige afdoening van het tot die datum bestaande geschil.
4.12
Daar partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1
verklaart voor recht dat Abvakabo jegens [eiseres] gehouden is tot vergoeding van alle kosten voor rechtsbijstand die zij vanaf 24 september 2010 heeft gemaakt en in de toekomst nog zal dienen te maken in het kader van haar geschil met de Nederlandse Antillen cq diens rechtsopvolger en/of gelieerde organisaties onder de volgende voorwaarden en bepalingen:
- dat uitsluitend kosten zullen worden gefactureerd die betrekking hebben op gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen;
- dat deze kostenvergoeding redelijk is zoals omschreven in ro 4.6;
- dat Abvakabo gerechtigd is tot inzage in de dossiers op basis waarvan facturatie plaatsvindt;
- dat in geval van weigering op kosten van Abvakabo het oordeel van een onafhankelijke derde wordt verzocht ten aanzien van de vraag of de gefactureerde kosten in redelijkheid zijn gemaakt.
5.2
veroordeelt Abvakabo om aan [eiseres] dan wel aan diens rechtsbijstandverlener te voldoen de met inachtneming van de verklaring voor recht sedert 24 september 2010 in redelijkheid gemaakte en nog te maken kosten van rechtsbijstand tot aan het eind van de (integrale) zaak.
5.3
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Alwin en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2012.