RvdW 2020/233
Medeplegen. Motivering van de vereiste nauwe en bewuste samenwerking. Vooraf voor alle deelnemers duidelijk plan om inbraken te plegen.
HR 04-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:187
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/05558
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188509:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:187, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1286, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2019
- Wetingang
Art. 47 lid 1 sub 1, art. 48 Sr
Essentie
Medeplegen. Motivering van de vereiste nauwe en bewuste samenwerking. Vooraf voor alle deelnemers duidelijk plan om inbraken te plegen.
Samenvatting
Het hof heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van zowel een poging tot inbraak als een inbraak.
De Hoge Raad herhaalt de eisen die gelden voor de kwalificatie medeplegen, met verwijzing naar HR 5 juli 2016, NJ 2016/411, m.nt. Rozemond, HR 24 maart 2015, NJ 2015/395, m.nt. Mevis en HR 2 december 2014, NJ 2015/390, m.nt. Mevis. Het hof heeft vastgesteld ‘dat de verdachten tezamen op pad gingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.