RFR 2012/115
Familieprocesrecht. Kinderontvoering. Kan het ten onrechte (niet) toepassen van art. 13 Haags kinderontvoeringsverdrag leiden tot doorbreking van een cassatieverbod?
HR 13-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7476
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
12/00878
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BW7476
- JCDI
JCDI:ADS912472:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW7476, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW7476, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2012
- Wetingang
HKOV art. 12, 13, 20; Uitvoeringswet HKOV art. 13 lid 8
Essentie
Familieprocesrecht. Kinderontvoering.
Kan het ten onrechte (niet) toepassen van een bepaalde regeling (art. 13 HKOV) leiden tot doorbreking van een cassatieverbod (art. 13 lid 8 Uitvoeringswet Internationale kinderontvoering)?
Samenvatting
Uit het huwelijk van partijen zijn twee kinderen geboren met zowel de Nederlandse als de Nigeriaanse nationaliteit. Partijen hebben met de kinderen van 2001 tot 2009 in Nederland gewoond en zijn daarna naar Nigeria verhuisd. In mei 2011 is moeder met de kinderen naar Nederland vertrokken. De Centrale Autoriteit heeft de onmiddellijke teruggeleiding naar Nigeria verzocht op grond van art. 13 lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.