Prg. 2018/179
Billijke vergoeding ex art. 7:683 BW: De rechter mag de arbeidsovereenkomst te herstellen of een billijke vergoeding toekennen. Het is geen verplichting.
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:857
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03188
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:857, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:186, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Arbeidsrecht. Ondanks dat kantonrechter ontbinding ten onrechte heeft toegewezen, herstelt het hof de arbeidsovereenkomst niet. Dient het hof wel billijke vergoeding toe te kennen?
Nee. De rechter heeft geen verplichting op dit punt.
Samenvatting
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een billijke vergoeding. Alhoewel volgens het hof ontbinding ten onrechte is toegewezen, herstelt het hof de arbeidsovereenkomst niet. Opnieuw wordt een billijke vergoeding geweigerd, omdat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten niet is aangetoond. Werknemer tekent cassatie aan.
Volgens werknemer bestaan er op grond van art. 7:683 BW slechts twee mogelijkheden; het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.