NJB 2019/1997
Noodweer bij mishandeling tussen echtelieden, art. 41 Sr: het hof heeft de verwerping van het beroep op noodweer niet zonder meer begrijpelijk gemotiveerd, in aanmerking genomen dat het hof aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd enerzijds dat niet is kunnen worden vastgesteld wat de volgorde van de verschillende geweldshandelingen van de aangeefster en de verdachte is geweest, maar anderzijds dat de lezing van de verdachte over de volgorde van de gebeurtenissen niet aannemelijk is geworden, terwijl voor het bewijs is gebezigd de verklaring van de verdachte kennelijk inhoudend dat de aangeefster de verdachte na een woordenwisseling is aangevlogen en hem in zijn borst heeft gebeten, waarna de verdachte haar op de grond heeft gelegd
HR 10-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1307
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 september 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/00507
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1307, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2019
- Wetingang
(art. 41 Sr)
Essentie
Noodweer bij mishandeling tussen echtelieden, art. 41 Sr: het hof heeft de verwerping van het beroep op noodweer niet zonder meer begrijpelijk gemotiveerd, in aanmerking genomen dat het hof aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd enerzijds dat niet is kunnen worden vastgesteld wat de volgorde van de verschillende geweldshandelingen van de aangeefster en de verdachte is geweest, maar anderzijds dat de lezing van de verdachte over de volgorde van de gebeurtenissen niet aannemelijk is geworden, terwijl voor het bewijs is gebezigd de verklaring van de verdachte kennelijk inhoudend dat de aangeefster de verdachte na een woordenwisseling is aangevlogen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.