NJB 2021/1815
Verplichte geestelijke gezondheidszorg. Bereidheid zich te doen horen. De rechtbank overweegt dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen. Hoge Raad: De rechtbank heeft niet met voldoende zekerheid kunnen vaststellen dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Zij had de mondelinge behandeling moeten aanhouden om betrokkene opnieuw in de gelegenheid te stellen te worden gehoord.
HR 11-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:880
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juni 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
21/00120
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:880, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:323, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Verplichte geestelijke gezondheidszorg. Bereidheid zich te doen horen. De rechtbank overweegt dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen. Hoge Raad: De rechtbank heeft niet met voldoende zekerheid kunnen vaststellen dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Zij had de mondelinge behandeling moeten aanhouden om betrokkene opnieuw in de gelegenheid te stellen te worden gehoord.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
Op verzoek van de officier van justitie heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend. Zij heeft overwogen dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.