Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 772 Nakoming van als essentiële onderdelen beschreven verplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Indien een van de Partijen van oordeel is dat er een ernstige en grove niet-nakoming door de andere Partij van de in artikel 771 als essentiële onderdelen beschreven verplichtingen heeft plaatsgevonden, kan zij besluiten de werking van deze overeenkomst of aanvullende overeenkomsten geheel of gedeeltelijk op te zeggen of te schorsen.
2.
Voorafgaand daaraan verzoekt de Partij die een beroep doet op de toepassing van dit artikel dat de Partnerschapsraad onmiddellijk bijeenkomt om een tijdige en voor alle partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Indien binnen een termijn van 30 dagen na de datum van het verzoek aan de Partnerschapsraad geen voor alle Partijen aanvaardbare oplossing is gevonden, kan de Partij de in lid 1 bedoelde maatregelen nemen.
3.
De in lid 1 bedoelde maatregelen worden genomen met volledige inachtneming van het internationaal recht en zijn evenredig. Voorrang wordt gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst en aanvullende overeenkomsten zo weinig mogelijk verstoren.
4.
De Partijen zijn van oordeel dat een situatie als een ernstige en grove niet-nakoming van een van de in artikel 771 als essentiële onderdelen beschreven verplichtingen kan worden beschouwd indien de ernst en de aard ervan uitzonderlijk zijn en een bedreiging vormen voor de vrede en de veiligheid of internationale gevolgen hebben. Voor alle duidelijkheid: elk handelen of nalaten dat het voorwerp en het doel van de Overeenkomst van Parijs wezenlijk teniet zou doen, wordt beschouwd als ernstige en grove niet-nakoming voor de toepassing van dit artikel.